Ontdek de geschiedenis van de marine

Via het hoofdgebouw – waar je de kassa en de filmzaal vindt – kom je in het Torentje. Dit gebouw werd in 1827 in gebruik genomen als magazijn voor licht ontvlambare stoffen. Het uurwerk van het Torentje was overal op de werf goed te zien en diende als klok voor de werknemers. Nu wordt in de zes zalen van het Torentje de geschiedenis van de Nederlandse marine verteld.

Museumschepen

Naast het hoofdgebouw vind je de Tonijn, ’s lands enige voor het publiek toegankelijke onderzeeboot. De museumschepen Abraham Crijnssen en Schorpioen liggen aan de andere kant van het gebouw Medemblik, dat bij de Marine in gebruik is. Verderop, aan het centrale plein, vind je het Brughuis van de Hr.Ms. De Ruyter.

Meer over onze museumschepen

Beleef meer

Je kunt je reis door het Marinemuseum ook beginnen in het langgerekte gebouw aan de Westgracht: de Geschutmakerij. Ook hier is een kassa, naast de museumwinkel. In dit gebouw vind je tentoonstellingen over de moderne marine en de geschiedenis van de werf. In de tentoonstelling Zeeslag! beleef je de Tocht naar Chatham (1667) en de Slag in de Javazee (1942). Voordat dit gebouw in 1915 als geschutmakerij in gebruik werd genomen, deed het dienst als magazijn voor onder meer gezaagde houtwaren en eiken planken.

Alle tentoonstellingen
Museumwinkel bevindt zich in de Geschutmakerij
Objecten op het terrein

De Sloepenloods

Het donkergroene gebouw naast de Tonijn is de sloepenloods. Deze werd omstreeks 1833 gebouwd. De zeven overgebleven houten kappen behoorden tot een uit achttien kappen bestaande overkapping voor 36 gaffelkanonneerboten. Normaal is dit gebouw, waar het depot voor grote objecten gevestigd is, niet toegankelijk, maar soms zijn er rondleidingen. Houd hiervoor de agenda in de gaten, of volg ons op Facebook of Instagram.

De oprichting

In 1961 gaf de toenmalige Commandant der Zeemacht in Nederland, viceadmiraal  Albrecht Nicolaas baron de Vos van Steenwijk, het startschot voor de oprichting van de Stichting Helders Marine Museum. De Vos van Steenwijk, die in 1933 zelf de muiterij op Hr.Ms. pantserschip De Zeven Provinciën had meegemaakt, was zeer geïnteresseerd in de Nederlandse marinegeschiedenis. Voor hem bood de stichting de mogelijkheid om zijn omvangrijke privéverzameling voor het nageslacht te behouden.

De stichting kende een kort bestaan. In 1962 werd het museum onderdeel van de marine en de collectie eigendom van de staat. Van de vijfhonderd objecten die De Vos van Steenwijk overdroeg,  werd het overgrote deel tentoon gesteld op de zolder van het marinevoorlichtingsgebouw ‘Het Peperhuisje’.

In 1966 verhuisde het museum naar het zojuist gerenoveerde Torengebouw aan de noordzijde van het Rijkswerf terrein.