Aan boord van onderzeeboot Tonijn

Hofmeester Jan vertelt

Onder water

Met trots wil ik mijn ervaring als hofmeester aan boord van onderzeeboten over de periode van 1970 tot 1978 met jullie delen. Gedurende deze acht jaar bracht ik merendeel van mijn tijd door op onderzeeboten, waarbij ik jaarlijks driekwart van het jaar onder water vertoefde. Een hoogtepunt van mijn dienst was ongetwijfeld het jaar 1974, waarin ik maar liefst 8.5 maanden van huis was.

Mijn taken

Als hofmeester

Mijn taken als hofmeester omvatten het verzorgen van officieren of onderofficieren aan boord. Dit hield onder andere in dat ik verantwoordelijk was voor het verzorgen van de maaltijden, evenals het verzorgen de speciale wensen die officieren en onderofficieren graag hebben bij hun maaltijden. Daarnaast had ik de taak om de verblijven in goede staat te houden en zorgde ik ervoor dat alles schoon en ordelijk was. Bovendien zorgde ik ervoor dat er extra voedselvoorraden werden ingeslagen voor de officieren.

 

In buitenlandse havens, bij gelegenheden zoals recepties of bezoeken van lokale burgemeesters, was ik verantwoordelijk voor het verzorgen van hapjes, waarbij ik vaak bittergarnituur verzorgde. Bovendien droeg ik bij aan het decoreren van gangen, officiersverblijven en andere ruimtes, inclusief de commandocentrale, om deze geschikt te maken voor dergelijke evenementen.

de flipper

Het verschil tussen het werk van een hofmeester op een onderzeeboot en op een bovenwaterschip was aanzienlijk. Aan boord van een onderzeeboot was het nodig om veelzijdig te zijn en alle taken uit te kunnen voeren.  Hier bedoel ik mee o.a. de technische kennis van alle kleppen en leidingen die door de boot lopen. Je kreeg de flipper ook pas wanneer je op de gehele boot inzetbaar was. Dat was juist wat deze ervaring zo bijzonder maakte.