Vredesmissies

Laten we er wat van leren

In een wereld verscheurd door conflicten, is het makkelijk om te vergeten dat er mensen zijn die zich inzetten voor vrede en veiligheid. Dit zijn de verhalen van Nederlandse veteranen zoals Kirsten Kort. Als jonge militairen hebben zij gediend in brandhaarden wereldwijd, vaak onder levensbedreigende omstandigheden. Op 29 juni 2024, tijdens Veteranendag, wordt hun moed, toewijding en opofferingen geëerd.

Bedankt voor onze vrede en veiligheid

Het Marinemuseum, Nationaal Militair Museum en Mariniersmuseum nodigen alle veteranen uit elkaar te ontmoeten in één van de defensiemusea. Op 29 en 30 juni kunnen veteranen gratis één persoon meenemen op vertoon van de Veteranenpas.

Kirsten Kort (42) is er trots op dat ze als militair gediend heeft voor Nederland. Dat ze onderdeel is van al die mensen die hebben bijgedragen aan veiligheid. Die trots ervaart ze ook nu ze in het bedrijfsleven zit. “Je ondersteunt elkaar. Of dat nou bij de marine is of in de burgermaatschappij. Sta achter je mensen.”

Kirsten was 18 jaar, wilde niet studeren en had geen idee wat ze wilde worden. Geïntrigeerd door beroepen zoals die van haar peetoom, die politieagent was, belandde ze op een informatiedag van de Koninklijke Marechaussee. “Daar nam ik het besluit: ik ga bij de marine,” vertelt ze. “Ik wilde de wereld zien. Ik ben geboren in Vlissingen, dus had ook wel wat met water. Michiel de Ruyter is de held in mijn leven.”

Derde wereldoorlog

Haar eerste missie was naar aanleiding van de aanslagen op de Twin Towers. Kirsten: “Ik was net klaar met mijn opleiding en zat aan boord van Hare Majesteit Jacob Van Heemskerck. Wij waren onderdeel van het NAVO-eskader. We zaten in een patrouille toen 9/11 gebeurde. Het was enorm indrukwekkend. Er schoot van alles door mijn hoofd: komt er een Derde Wereldoorlog? Wat gaan wij doen? Wij zouden direct ingezet kunnen worden.”

En dat gebeurde. Haar schip werd als eerste Nederlandse marineschip, als onderdeel van de NAVO-vloot, ingezet in de strijd tegen terrorisme. “Het was spannend. Je weet niet waar je naartoe gaat, waartegen je vecht. De informatie was summier. Uiteindelijk hebben we gepatrouilleerd in het Middellandse Zeegebied omdat we hoorden dat veel smokkelwaar van Al Qaida via koopvaardijschepen zou verlopen.”

Iets willen betekenen

Ook de missie met Hr.Ms. De Ruyter in Libanon heeft indruk op Kirsten gemaakt. “Ik hield het luchtruim in de gaten met mijn team. Bij een dreigende situatie werden 180 man in paraatheid gebracht. Het was vooral indrukwekkend om de machteloosheid te zien. Mensen leven in angst. Je ziet een bataljon opstijgen nadat er een bombardement is geweest. Maar je mag niets doen. Zolang ze jou niet aanvallen, is het een pappen en nathouden situatie. Dat is nog steeds gaande, bijvoorbeeld in Palestina en Israël. Het is frustrerend om te zien. Je bent beroepsmilitair omdat je iets wilt betekenen.”

Na acht jaar gediend te hebben, was ze toe aan een nieuwe uitdaging. Kirsten: “Ik was 27 toen ik dacht: en nu? Ik wist niet hoe het werkte in de burgermaatschappij. Dat leek me wel een uitdaging. Ik wilde ook terug naar Limburg, waar mijn familie vandaan komt. Ik miste iets waar ik achter kon staan. De missies hebben daar mede voor gezorgd. Het gaf me een gevoel van: waar doe ik het voor? Er zijn meer dingen in het leven.”

Een rechte rug

De avonturen en het kameraadschap liet Kirsten achter met haar overstap naar de burgermaatschappij, maar méér neemt ze mee: “Doorzettingsvermogen, sterke, duidelijke en open communicatie en een sterke houding. Als je naar een groep kijkt, haal je de veteranen er zo uit. Ze hebben een rechte rug, staan waarvoor ze staan en weten wie ze zijn.” Toch vond ze de overstap niet eenvoudig. “Als je in Noord-Holland zegt ‘ik heb bij marine gezeten’ kunnen ze dat goed plaatsen. In Limburg is dat moeilijker. Ik heb wel wat uitdagingen gehad om in de burgermaatschappij te gronden en een baan te vinden.”

Na een half jaar werkeloos te zijn geweest, startte ze als declarant en werkte zich op tot consultant. Vorig jaar werd ze teamleider. “Leidinggevende zijn in de burgermaatschappij is wel wat anders dan bij de marine,” bekent ze. “Bij de marine had je geen tegenspraak. Nu moet je meer fingerspitzengevoel hebben.“ Het leidde ertoe dat ze ook haar kwetsbare kant ging onderzoeken. “Als militair leer je je emoties uitschakelen. Maar af en toe is het belangrijk om te zeggen: het lukt me niet, ik heb hulp nodig. Daar was vroeger geen ruimte voor, maar dat mag nu wel.”

Trots op de vrijheid die we hier hebben

Als manager planning en operatie komen haar ervaringen als korporaal Koninklijke Marine goed van pas. Kirsten: “Militair zijn heeft me gevormd. Ik kan snel beslissingen nemen in stressvolle situaties. Ik trek vaak de kar. Ik weet hoe ik goed kan communiceren met mensen van verschillende gradaties. En ik durf anderen aan te spreken als iets me niet bevalt. Ik kan zo mijn ervaringen positief gebruiken.”

Haar veteranenstatus draagt ze met trots uit. “Ik ben er trots op dat ik heb mogen dienen. Samen met alle andere veteranen hebben we zorggedragen voor een stukje veiligheid en rust. Ik ben trots op Nederland en de vrijheid die we hier hebben. Ik heb gezien hoe het anders kan zijn.”

Het verhaal van Kirsten laat zien wat veteraan zijn voor haar betekent. Het heeft haar gevormd en mentale munitie gegeven voor haar maatschappelijke carrière na vertrek bij Defensie. Ontdek ook de moedige verhalen van militair vlieger Dominique Schreinemachers en marinier Bas Beekman.

Wanneer ben je veteraan?

Een veteraan is de militair, de gewezen militair, of de gewezen dienstplichtige, van de Nederlandse krijgsmacht, of van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger, net als degene die behoorde tot het vaarplichtig koopvaardijpersoneel, die het Koninkrijk der Nederlanden heeft gediend onder oorlogsomstandigheden of heeft deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde voor zover deze missie bij regeling van Onze Minister is aangewezen.

In 2024 zijn er in totaal 100.800 veteranen waarvan 76.000 postactief en 24.800 nog in dienst.

Veteranen krijgen een draaginsigne, ook wel Veteranenspeld genoemd. De speld staat symbool voor de waardering voor het risicovolle werk dat zij in het verleden als militair in naam van de samenleving hebben verricht.

Het Veteraneninstituut vormt een thuisbasis voor Veteranen door te erkennen en te waarderen en een plek te bieden waar zij zichzelf kunnen zijn.

Ontdek meer op de website van het Veteraneninstituut