Aan boord van onderzeeboot Tonijn

Het bijzondere verhaal van Jan

Hoe het begon

Mijn carrière begon als geruispijler en dit ontwikkelde zich tot een rol als onderzeebootverkenner en uiteindelijk operationele dienst. Mijn dienst begon in Rotterdam (1959) en in 1962 kwam ik naar Den Helder om daar de dienst bij de Onderzeedienst voort te zetten, waar ik gevaren heb tot 1982.

Ik heb diverse functies gehad bij de marine. Vanaf mijn tijd als matroos, waar ik verantwoordelijk was voor het verticale roer en achter de sonar werken, tot het bereiken van de positie van chef sonar, waarbij ik ging over het bewaken van scheepvaart onderwater. Uiteindelijk groei ik door naar de rol van officier van de wacht, waarbij ik ’s nachts de brug bemande om het scheepvaartverkeer in de gaten te houden. Mijn collega’s en ik werden vaak aangeduid als “de ogen van de boot”, vanwege de cruciale rol die we speelden in de veilige navigatie.

Gedurende mijn diensttijd heb ik gevaren op diverse onderzeeboten, waaronder de Dolfijn, de Walrus (een Amerikaanse boot uit de Tweede Wereldoorlog), de Zwaardvis (een oude Engelse boot uit de Tweede Wereldoorlog), de Zeehond en de Tonijn.

In de trein

zat ik vaak alleen

Het was een behoorlijke uitdaging, leven aan boord van een onderzeeboot, soms waren we wel 7 weken onderwater met beperkte voorzieningen één keer per twee weken douche en geen wasmachine. Het was een levensstijl die een grote mate van toewijding en veerkracht vereiste.

Luister aandachtig

naar onze verhalen

Mijn dienst bij de Koninklijke Marine en met name de onderzeeboot hebben veel herinneringen met zich meegebracht. Kom langs en luister naar meer verhalen van mij of mijn collega’s.