De scène

Maarten Platje maakt een schilderij van een moment tijdens de Slag in de Javazee (27 februari 1942). In deze fase bepaalt Maarten de positie van de schepen. De scène speelt zich af tijdens het artillerie duel in de namiddag tussen de geallieerden en de Japanners. De Exeter, varend achter De Ruyter, wordt omstreeks 17:09 uur getroffen door een granaat en draait uit de linie over bakboord weg. Gevolgd door de Houston, Perth en Java, die kennelijk in de veronderstelling waren dat het een gecoördineerde manoeuvre betrof.

“Het moment dat de getroffen Exeter wegdraait uit de tweede positie achter De Ruyter leek me een moment met veel zeggingskracht.”

 

Verhoudingen

Het werd duidelijk dat een aantal aspecten een sterk effect geven in de afbeelding. Onder andere de vuurbal vanuit De Ruyter. Op filmpjes heeft Maarten de effecten van het afvuren van grotere kanonnen bestudeerd. In eerste instantie is er een flits zichtbaar, direct gevolgd door een uitbollende vuurbal die omkranst is door roet. Vervolgens wordt de zwart/bruine rookwolk zichtbaar die de vuurbal volgt en die dan de uitdovende vuurbal inhaalt. Uiteindelijk komt grijs witte rook uit de geschutsloop.

“Ik ga het effect weergeven voordat de rookwolk zichtbaar wordt en het zicht op de achtergrond blokkeert.”

Het doel van deze schets is om de verschillende sub-onderwerpen de juiste plaats in de afbeelding te geven. Ten opzichte van elkaar en de horizon. Het is volgens Maarten noodzakelijk om een brede afbeelding te creëren omdat met name aan de linkerzijde veel activiteit afgebeeld moet worden. Er moet voldoende plaats zijn voor de Exeter en Houston en daarom is er geen ruimte voor de Java en Perth.

Definitieve keuzes

Nu Maarten de keuze voor een doek van 200 cm bij 132 cm had gemaakt, besloot hij de verhoudingen van de schets aan te houden.

  • “Tegen de rook en stoom, afkomstig van de getroffen Exeter, kon ik het vuren vanuit De Ruyter afzetten. Dit zal samen met de waterzuil aan bakboord het centrale aandachtspunt worden.”
  • De Houston geheel links vuurt met één van de twee voorste kanonnen. Dit trekt de aandacht van de kijker naar links.
  • De waterbeweging rondom De Ruyter geeft volgens Maarten overtuigend een vaart van ongeveer 25 knopen weer.
  • De hoogte van de zon ten opzichte van de horizon wordt, gelet op het tijdstip, bepaald op een hoogte van 20 graden. De weersomstandigheden, de zonnestand en de lichtval op de schepen zijn nu historisch correct bepaald.

Na al dit voorwerk maakt Maarten een vlot geschilderd schetsje in olieverf. Vanwege het kleine formaat laat hij de details nog achterwege. Het gaat hier vooral om kleurgebruik en om in te schatten hoe het effect van het mondingsvuur gezichtsbepalend wordt op het definitieve schilderij.

Aan de hand van een eenvoudige schets in olieverf op A3 formaat kiest Maarten de juiste helderheid en kleurgebruik voor de lucht.